Naar verwachting hebben het OM en de Rechtspraak tot april 2029 nodig om de oude processystemen te vervangen en geschikt te maken voor het nieuwe wetboek. De overige betrokken partijen in de strafrechtketen hebben aangegeven vanaf de vaststelling van de nieuwe wetteksten minstens drie jaar nodig te hebben voor de implementatie. Om de eindstreep in 2029 te halen, is het noodzakelijk dat de tekst van het nieuwe wetboek medio 2026 vaststaat. Daarom blijven volgens de minister ‘een voortvarende procedure en behandeling van deze wetten onverminderd noodzakelijk’.
Verouderd
De inwerkingtreding valt drie jaar later dan de beoogde datum in 2026, exact honderd jaar nadat het huidige Wetboek van Strafvordering van kracht werd. Het geldende wetboek is verouderd. Belangrijke jurisprudentie van de Hoge Raad en bepalingen over cybercrime en ondermijning ontbreken. Bovendien is het wetboek door de vele wijzigingen onoverzichtelijk geworden. In het nieuwe wetboek krijgen verdachten en slachtoffers een sterkere positie en worden de opsporingsbevoegdheden geactualiseerd, zodat ook nieuwe vormen van criminaliteit kunnen worden bestreden. De vernieuwde wet maakt ook ruimte voor een digitaal strafproces.
De datum van inwerkingtreding is nog niet in beton gegoten. De minister voor Rechtsbescherming stelt in overleg met de organisaties in de strafrechtketen uiterlijk in april 2028 een definitieve datum vast. De datum mag daarna niet meer wijzigen ‘om te voorkomen dat de kennis die de tienduizenden medewerkers van strafrechtketenorganisaties door bijscholing over het nieuwe wetboek opdoen, verouderd raakt door verdere verschuiving,’ aldus de minister.