Als een ondernemer met betalingsproblemen zich meldt voor overleg met de Belastingdienst, dan is maatwerk gewenst. Er moet een oplossing komen, zodat die ondernemer weer verder kan,’ zegt Ron Jeronimus, advocaat fiscaal (straf)recht bij Hertoghs advocaten in Breda. ‘Op dit moment zie je dat op zo’n verzoek simpelweg een “nee” terugkomt.’
Jeronimus doelt op verzoeken van ondernemers die tijdens de coronaperiode minder inkomsten hadden en daarom het betalen van verschuldigde loon- en omzetbelasting mochten uitstellen. Ondernemers moeten deze belasting nu terugbetalen, naast de lopende belastingverplichtingen. Een deel van hen kan of wil dat niet. De Belastingdienst startte in september 2023 met het invorderen van deze achterstallige belasting.
Dat verloopt niet zonder slag of stoot. Uit een rapport van de Algemene Rekenkamer, getiteld ‘Focus op coronabelastingschulden’, dat afgelopen februari verscheen, bleek dat de inning van zo’n 2,9 miljard euro in gevaar komt. Oorzaak: de Belastingdienst komt zo’n vierhonderd medewerkers tekort.
Door dat capaciteitsprobleem heeft de inning van de coronaschulden inmiddels de laagste prioriteit. Dat leidt tot willekeur in de behandeling van ondernemers, zien fiscaal advocaten.
Uitstel van executie
Welwillende ondernemers die zich op eigen initiatief melden voor een betalingsregeling grijpen vaak mis, ziet Jeronimus. Daar staat volgens hem tegenover dat ondernemers die een afwachtende houding aannemen veelal met rust gelaten worden door de fiscus. ‘Als een ondernemer niet reageert op verzoeken van de fiscus om zich te melden omdat de fiscus wil gaan innen, dan wordt daar niet op teruggekomen.’