De Afdeling komt tot haar oordeel op vraag van minister Weerwind (Rechtsbescherming). Die wilde een spoedadvies over de juridische houdbaarheid van enkele amendementen die de Tweede Kamer in maart aannam bij het wetsvoorstel tot wijziging van de Penitentiaire beginselenwet.

Het wetsvoorstel beoogt het regime in de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) en op de Afdeling Intensief Toezicht (AIT) aan te scherpen, tot onvrede van onder meer de advocatuur. De Tweede Kamer haalde de minister echter rechts in door nog verdere beperkingen door te voeren, op voorstel van VVD’er Ulysse Ellian en BBB’er Lilian Helder.

Waar Weerwind alleen visueel toezicht wil op vertrouwelijke gesprekken tussen gedetineerden en hun advocaat, bepaalt het aangenomen amendement-Helder dat de contacten van alle gedetineerden in de EBI en op de AIT met hun advocaten audiovisueel worden opgenomen.

Het amendement-Ellian bepaalt dat de minister kan bevelen gesprekken van een bepaalde gedetineerde met diens advocaat auditief op te nemen. Die opnames worden direct beluisterd door een commissie, die de minister vervolgens informeert of nader onderzoek naar de advocaat nodig is.

Minister Weerwind verzet zich tot dusver tegen de beide amendementen. Hij noemt ze in strijd met artikel 17 Grondwet en artikel 6 EVRM. De Afdeling bevestigt de minister in zijn standpunt. ‘Uit de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens volgt dat de vertrouwelijke communicatie tussen een gedetineerde en diens advocaat alleen in uitzonderlijke omstandigheden mag worden beperkt. Zo moet er een individuele afweging worden gemaakt. Algemene preventieve maatregelen zijn daarom niet toegestaan. Op basis van feiten en omstandigheden moet aannemelijk zijn dat in het individuele geval misbruik wordt gemaakt van vertrouwelijke communicatie met een advocaat.’

Volgens de Afdeling ontbreken die voorwaarden bij beide amendementen en zijn ze daarmee niet te rechtvaardigen. Inbreuken op de vertrouwelijkheid tussen advocaat en cliënt kan alleen in uitzonderlijke omstandigheden en op basis van een beoordeling die op het individuele geval is toegespitst, aldus de Afdeling. Ze wijst ook op de bestaande strafvorderlijke mogelijkheden om vertrouwelijke gesprekken af te luisteren. Volgens de Afdeling is het zeer de vraag of er nog ruimte bestaat voor een uitbreiding van de bestaande mogelijkheden.

Eerlijk proces

Algemeen deken Crince le Roy reageert opgelucht op het spoedadvies. Volgens hem is het in lijn met het standpunt van de NOvA. ‘Gesprekken tussen cliënt en advocaat moeten te allen tijde vertrouwelijk zijn, want alleen dan is er sprake van een eerlijke rechtsgang. Daarnaast benadrukt de Afdeling advisering, evenals de NOvA, het belang van een individuele beoordeling. Voor generieke maatregelen die ingrijpen op het vertrouwelijk contact tussen raadsman en cliënt, ook niet als het uitsluitend visueel toezicht betreft, is geen ruimte.’

Advertentie