
Na afloop van de zogeheten walk-out trekt een deel van de actievoerders het universiteitsgebouw binnen, ondanks het nadrukkelijke verzoek van de organisatie dat niet te doen. Ze zetten tentjes op, plakken bewakingscamera’s af en plunderen de kantine. Vervolgens rukken ze op naar de vleugel waar het universiteitsbestuur zetelt en richten vernielingen aan. Medewerkers van de UvA die nog in het gebouw zijn, zoeken een goed heenkomen, journalisten worden buitengezet. Halverwege de middag doet de UvA aangifte van huisvredebreuk en vernieling.
De actie vormt het voorlopig dieptepunt van een onrustige week, waarin de ME herhaaldelijk optreedt tegen pro-Palestijnse demonstranten.
Eind mei kwamen enkele aangehouden actievoerders voor de rechter, in een snelrechtprocedure. Een Jordaanse asielzoeker, beschuldigd van het aanrichten van vernielingen, kreeg twee maanden cel opgelegd, waarvan een voorwaardelijk. De zaak tegen de eveneens gearresteerde voorzitter van de Centrale Studentenraad werd aangehouden voor nader onderzoek. De man zou onder meer een brandblusser hebben leeggespoten richting politie en met stenen hebben gegooid. Een derde verdachte, afkomstig uit Syrië, krijgt een werkstraf.
Om de rust te herstellen, organiseerde het bestuur de afgelopen weken verschillende praatsessies in diverse geledingen binnen de universiteit. Daarbij ging het er soms fel aan toe, meldt de UvA op haar website. ‘Het was goed om te merken dat de weg naar het gesprek weer gevonden is.’