Eerder werd al besloten de onderwijsaanbieders drie jaar na de start van het hernieuwde opleidingsprogramma te beoordelen. De BA werd in 2021 in een nieuw jasje gestoken om de opleiding beter te laten aansluiten bij de praktijk.
Zo werd de opleiding verkort van drie naar twee jaar; het derde jaar van de advocaatstage vindt binnen kantoor plaats. Het aantal dagdelen daalde van 158 naar 100, een reductie van de studiebelasting van 35 procent. De opleiding is meer gericht op praktijkvaardigheden en ethiek. De theoretische kennis wordt bij aanvang vrijblijvend getoetst via een basistest en gedurende de opleiding als bekend verondersteld.
Onderwijsaanbieders
Momenteel is de BA gesplitst in twee delen: een centraal deel en een decentraal deel. Het centrale deel, verzorgd door de Uitvoeringsorganisatie (UO), gaat over ethiek en algemene vaardigheden. Het decentrale deel, dat zich richt op kantoorspecifieke vaardigheden en juridische kennis, wordt aangeboden door de UO, The Law Firm School (LFS) en De Brauw Blackstone Westbroek.
De commissie gaat iedere onderwijsaanbieder beoordelen op een aantal standaardpunten, zoals curriculum, studiebegeleiding, docenten en toetsing. Bijzondere aandacht is er voor de vraag hoe de twee delen op elkaar aansluiten.
De samenstelling van het comité is als volgt: Eric van de Luijtgaarden (voorzitter), Bonne van Hattum, Jos Janssen, Wikke Monster (enkel voor LFS), Joost Linneman (enkel voor De Brauw) en Willem Lindeboom (enkel voor UO). Het eindrapport volgt eind dit jaar.