Simeon was de pater familias in de vestiging aan het Amsterdamse Van der Helstplein, de plek die hem zo dierbaar was sinds hij daar krap dertig jaar geleden als advocaat begon.
Simeon kende de stad uit zijn hoofd. Op zijn fietstochten van kantoor naar zijn huis in Noord en langs de politiebureaus, klinieken en gerechten, wees hij steeds op al het moois dat Amsterdam te bieden had: gevels, gebouwen, geschiedenis, verhalen, Surinaamse restaurants. Vanuit kantoor maakte hij met collega’s meerdere keren per week wandelingen over de Albert Cuyp, door de Pijp en het Sarphatipark. De mooiste gesprekken werden dan gevoerd, over strafzaken, over het leven en over alles wat hem en jou bezighield. Oprechte aandacht, onbegrensde trots, een bulderlach en een klap op de schouder, veel harder dan bedoeld, hoorden daar steevast bij.
Voor zijn kantoorgenoten, oud-collega’s, bevriende vakgenoten was Simeon altijd te vinden op zijn kamer, op de binnenplaats van kantoor of op het terras. De meeste kamers in kantoor hadden een stoel voor Simeon, om er zeker van te zijn dat hij even bij je kon blijven hangen voor een luisterend oor, een bespreking van zaken of vaderlijk advies. Na werktijd dronken we graag een glas wijn en namen we de dagen door, grappend over zijn gepersonaliseerde Burmeister fiets of zijn motor die altijd vlakbij het terras stond geparkeerd. Alleen al zijn persoonlijkheid maakt het voor velen van ons onvoorstelbaar dat we nooit meer zo intens met en van hem kunnen genieten.
Simeon was een begenadigd strafrechtadvocaat, die naast zijn affiniteit met financieel-economische en georganiseerde criminaliteit, zich had gespecialiseerd in het bijstaan van cliënten met psychiatrische problematiek in tbs-zaken en gedwongen opnames. Met zijn overtuigingskracht, kennis en humor was hij een autoriteit in de zittingszaal, maar bovenal een graag geziene advocaat die complexe juridische zaken eenvoudig vlot kon trekken. Zijn cliënten droegen hem op handen vanwege zijn betrokkenheid, vechtlust en duidelijkheid in de soms complexe relatie tussen advocaat en verdachte. Voor iedereen creëerde hij een veilige en vertrouwde omgeving, niet zelden ook voor de rechtbank en het openbaar ministerie. Simeon vervulde ruim tien jaar de functie van portefeuillehouder strafrecht bij de Amsterdamse Orde, waar hij zich eveneens onderscheidde in daadkracht, betrokkenheid en oplossingsgerichtheid. Hij was twee jaar waarnemend deken.
Simeon was bovenal een familieman, dol op zijn echtgenote en zijn drie zoons die vaak langskwamen als hun vader met zijn vrienden van het werk aan het bijkomen was. Zijn levenslust droeg Simeon op iedereen over. Met het gezin en vrienden maakte hij lange, indrukwekkende reizen en mooie, intensieve bergwandelingen, onder andere in het door hem zo geliefde moederland Zwitserland. De lijst met al zijn plannen voor nog meer moois met het gezin was nog lang niet afgestreept.
In januari vierde kantoor als altijd een Nieuwjaarsfeest, ditmaal in zijn geliefde Noord. In zijn kenmerkende trachtenjanker, met een glas wijn in de hand en meer dan 65 collega’s op de dansvloer achter hem, uitkijkend over het IJ naar zijn Amsterdam, verklaarde hij zijn liefde aan al het moois in zijn leven: zijn gezin, zijn kantoor en het werk. ‘Van die dingen’, zei hij dan. De trots spatte er van af. Het zou de laatste keer zijn dat we zo gelukkig samen stonden.
Simeon is 59 jaar geworden. Hij laat een onmetelijk groot gat achter, maar zijn enorme levenslust, trots en liefde zullen voor altijd nagloeien.
Patrick van der Meij