Het Nederlandse internationaal privaatrecht (IPR) is voor een belangrijk deel te vinden in verdragen en verordeningen en voor een deel in de Nederlandse wet en ongeschreven recht. Daarbij rijst de vraag hoe deze bronnen zich tot elkaar verhouden. In de verhouding tussen verdragen en verordeningen enerzijds en het commune IPR anderzijds vindt het samenloopprobleem zijn oplossing in artikel 94 van onze Grondwet (zie ook artikel 10:1 BW). Simpel gezegd krijgen verdragen en verordeningen voorrang boven wettelijke IPR-bepalingen en komen regels van ongeschreven IPR in beginsel alleen voor toepassing in aanmerking als een geschreven regel ontbreekt. De onderlinge verhouding tussen verdragen en verordeningen wordt bepaald door twee volkenrechtelijke beginselen (artikel 30 Weens Verdragenverdrag 1969). Zo kan een verdrag zelf bepalen dat het terugtreedt voor andere verdragen waarbij een staat partij is en heeft een jongere regeling voorrang boven een oudere.

Lees verder in het septembernummer.

Saskia Braun

Profile page
Advertentie