Een motie van die strekking van Sandra Palmen (NSC) en Michiel van Nispen (SP) werd dinsdag met nagenoeg algemene stemmen aangenomen. Alleen de fractie van SGP stemde tegen.
De twee Kamerleden wijzen op de aanbevelingen van de commissie-Silvis, die eerder oordeelde dat het risicovol is dat de Staat in grote mate afhankelijk is van de juridische dienstverlening van één advocatenkantoor. Na dat rapport bleef het stil, concluderen Palmen en Van Nispen. Ze vragen om een brief waarin de minister van Justitie uiteenzet hoe hij de adviezen van Silvis denkt uit te voeren. Daarnaast willen ze ‘aanvullende voorstellen’ om het aantal advocaten in dienstbetrekking bij de ministeries uit te breiden en vaker andere advocatenkantoren voor de juridische dienstverlening in te schakelen.
Verder willen ze jaarlijks worden geïnformeerd hoeveel opdrachten de Staat aan Pels Rijcken en andere advocatenkantoren verstrekt en wat daarvan de reden is geweest.
Minister David van Weel (Justitie) liet vorige week schriftelijk al weten dat de minister van Financiën op korte termijn overeenkomsten zal sluiten met een aantal advocatenkantoren ‘waarvan ook andere onderdelen van de Staat gebruik kunnen maken’.
Pels Rijcken
In een reactie zegt Pels Rijcken er geen moeite mee te hebben wanneer de overheid ook andere advocatenkantoren in de arm neemt. Het kantoor wijst er wel op dat het ook beperkingen met zich meebrengt om de staat als cliënt te hebben. ‘Het is natuurlijk aan onze cliënt de Staat, zoals dat ook geldt voor al onze andere cliënten, hoe hij tot een afweging komt over de keuze voor een advocaat. We vinden het prima dat de Staat andere advocatenkantoren inzet, zoals al langere tijd gebeurt. Dat houdt ons scherp. We geloven dat we elke dag opnieuw onze inzet als landsadvocaat mogen en moeten bewijzen. Wij houden ons daarbij beschikbaar voor onze cliënt de Staat door geen andere cliënten bij te staan of in specifieke zaken op te treden waarmee de belangen van de staat nu of later in conflict kunnen komen.’