Dat is het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het Wetsvoorstel werkelijk rendement box 3. Volgens de afdeling blijkt uit de uitvoeringstoets van de Belastingdienst dat het voorstel ingrijpende gevolgen heeft voor burgers en de Belastingdienst. Het zal leiden tot slechtere dienstverlening, beperkte mogelijkheden tot vooroverleg met een belastinginspecteur en onvoldoende toezicht.

Het stelsel wordt bovendien veel complexer, aldus de afdeling. ‘Er wordt een groot beroep gedaan op het doenvermogen van belastingplichtigen, vanwege de verplichting om een ingewikkelde vermogensvergelijking te maken en de administratieplicht voor 1,6 miljoen belastingplichtigen.’ De regering gaat voor de opbrengst van het voorgestelde box 3-stelsel uit van budgettaire neutraliteit. Dit belemmert volgens de afdeling de ruimte om te kiezen voor een andere vormgeving dan nu wordt voorgesteld.

Werkelijke rendement

Met het Wetsvoorstel werkelijk rendement box 3 wil de regering binnen de inkomstenbelasting een nieuw stelsel introduceren voor de belastingheffing over inkomen uit sparen en beleggen in box 3. In het huidige stelsel wordt belasting in box 3 geheven op basis van forfaitair berekende rendementen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat dit forfaitaire stelsel niet in overeenstemming is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Daarom komt de regering met het voorstel om belasting te heffen op basis van het werkelijke rendement.

Als hoofdregel wordt een vermogensaanwasbelasting voorgesteld. Als uitzondering daarop wordt voor onroerende zaken en aandelen in startende ondernemingen een vermogenswinstbelasting voorgesteld. Daarnaast wordt voor de reguliere voordelen uit onroerend goed dat het hele jaar niet wordt verhuurd, een forfaitaire benadering gehanteerd, de zogenoemde netto vastgoedbijtelling.

Budgettaire neutraliteit

De afdeling gaat in haar advies in op het samenspel tussen wetgever, rechter en uitvoering. ‘Zij moeten in onderlinge wisselwerking telkens een goede balans vinden. Zij hebben alle hun rol vervuld, maar er lijkt een patstelling te zijn ontstaan.’ De afdeling constateert dat een integrale visie op het belasten van vermogen ontbreekt. Deze is volgens de adviseurs nodig om een afgewogen keuze te kunnen maken voor een nieuw box 3-stelsel. Daarbij zou aandacht moeten zijn voor de bijdrage die de opbrengst van box 3 moet leveren aan de belastingmix. De afdeling gaat verder in op het ontbreken van samenhang tussen de boxen in de wijze waarop vermogensbestanddelen in de heffing worden betrokken.

De regering hanteert bij het voorstel het uitgangspunt van budgettaire neutraliteit. Dat wil zeggen dat het nieuwe box 3-stelsel binnen de periode 2027-2032 tot eenzelfde opbrengst moet leiden als het huidige stelsel zonder dat daarbij nog rekening is gehouden met de kosten van het rechtsherstel. Het strikt vasthouden aan dit uitgangspunt belemmert volgens de afdeling het maken van een zorgvuldige en integrale afweging tussen de verschillende belangen die aan de orde zijn bij de vormgeving van een nieuw box 3-stelsel.  Rechtmatigheid zou daarbij voorop moeten staan. Daarnaast spelen de uitvoerbaarheid, het doenvermogen van belastingplichtigen, de eenvoud van het nieuwe stelsel en het behalen van een budgettaire opbrengst een belangrijke rol.

Alternatieve denkrichtingen

De afdeling wijst in het advies op enkele mogelijke alternatieve denkrichtingen voor de vormgeving. Zij gaat in op de overgebleven ruimte voor een forfaitair box 3-stelsel en de mogelijkheid van een vermogenswinstbelasting. Ook worden er mogelijke denkrichtingen voor het behalen van extra budgettaire opbrengst geschetst. Het advies aan de regering is om ‘deze denkrichtingen bij een nieuwe vormgeving van het box 3-stelsel te betrekken en de voor- en nadelen van de verschillende varianten tegen elkaar af te wegen’.

Het ministerie van Financiën zegt in een reactie tegen de NOS dat ‘het ideale stelsel niet bestaat’. ‘Tegen het huidige stelsel zijn grote bezwaren, die weggenomen moeten worden. Een stelsel op basis van werkelijk rendement is rechtvaardiger, maar vraagt ook meer van belastingplichtigen. Het kabinet gaat het advies goed bestuderen en gaat later uitgebreid in op het advies.’

Redactie Advocatenblad

Profile page
Advertentie