Mr. X heeft een wel heel bijzondere praktijk. Volgens hem kampt 90 procent van zijn cliënten met psychologische problemen. Hij staat ze juridisch bij in meestal niet al te ingewikkelde zaken. Het meeste werk gaat echter zitten in andere dingen. Mr. X verwijst cliënten die dat willen naar een coach/relatietherapeut, en desgewenst zit hij er dan – zwijgend, maar betaald – ook bij. Zijn ze niet in voor een andere hulpverlener, dan helpt hij ze zelf verder, ook met de niet-juridische problemen. In de opdrachtbevestiging die hij cliënten stuurt is dat niet allemaal te vinden.
En komt een cliënt zonder woning te zitten? Dan kan mr. X nog wel bemiddelen bij de stichting waarvan hij bestuurslid is en die een appartement verhuurt. Zijn vrouw is verbonden aan de partij die het appartement beheert. Maar dat weten de betrokken cliënten niet.
Patroon
In de loop der tijd komen er bij de deken vijf klachten binnen over verschillende met deze praktijk samenhangende kwesties. Slechts een leidde tot een berisping, een ander werd geschikt, eentje was gegrond maar loopt in hoger beroep, een (tegen mr. X als verhuurder) was kennelijk ongegrond en eentje loopt nog. De deken ziet een patroon en kaart dat als zodanig bij de tuchtrechter aan.
En dat lukt. Wat best opmerkelijk is, want het scheert wel langs het randje van ne bis in idem natuurlijk. Maar dát een patroon als zodanig aan te kaarten moet zijn, daar is wat voor te zeggen. Want wat mr. X niet lijkt te zien, is dat veel van zijn problemen komen door dat gegoochel met petten.
Tegenstrijdige belangen
Volgens de raad van discipline Arnhem-Leeuwarden vat mr. X zijn taak als advocaat te ruim op. Natuurlijk omvat een zaak – zeker in het familierecht – meer dan enkel juridisch werk, maar de hoofdtaak van een advocaat is wel om de cliënt bij te staan in juridische kwesties. Persoonlijke problemen oplossen hoort daar niet bij en mag ook niet in deze mate worden gedeclareerd, zeker niet als hierover vooraf onvoldoende duidelijk is gecommuniceerd.
Door ook nog eens als bemiddelaar/verhuurder op te treden riskeert mr. X dat (ex-) cliënten van hem afhankelijk worden en dat er tegenstrijdige belangen ontstaan.
De raad constateert verder een ‘bijzondere wijze van communiceren’ bij mr. X. Het helpt niet als je een deken die een klacht gaat doorzetten ‘een nsb-streek’ verwijt.
Al met al krijgt mr. X een stevige aanmoediging ‘het patroon’ te doorbreken, in de vorm van een voorwaardelijke schorsing van acht weken.