Om maar meteen met de deur in huis te vallen: het is algemeen bekend dat als je gaat samenwonen met je partner, zonder huwelijk of geregistreerd partnerschap, er over en weer geen rechten en plichten zijn. Toch? Vanwaar je onderzoek naar dit soort informele relaties en de mogelijke consequenties na een scheiding?
‘Het zou mooi zijn als iedereen hiervan op de hoogte was, maar rechtspraak en literatuur wijzen toch iets anders uit. Een groot deel van de samenlevers maakt geen afspraken en denkt niet na over de juridische invulling van hun relatie. Zo blijkt uit cijfers van het CBS dat ongeveer de helft van de stellen die gaan samenwonen geen samenlevingscontract opstellen. Uit enquête-onderzoek van vFAS – de Nederlandse vereniging Familie- en Erfrecht Advocaten Scheidingsmediators – blijkt zelfs dat dit aantal nog minder is: 32 procent. Ik vermoed dat veel stellen tijdens de relatie liever niet bezig zijn met financiële zaken voor het geval dat ze uit elkaar gaan. Ik zie het ook in mijn eigen omgeving. Noem het naïef, onwetendheid: ik weet het niet. Bij een scheiding lopen stellen – zowel met als zonder samenlevingscontract – tegen tal van juridische problemen aan. Ik ben docent bij het Molengraaff Instituut voor Privaatrecht en sinds 2024 werkzaam als promovenda bij het Utrecht Centre for European Research into Family Law. Voor mijn proefschrift doe ik onderzoek naar deze zogenoemde informele samenleefrelaties. Dat zijn partners die samenwonen op basis van een affectieve relatie zonder huwelijk of geregistreerd partnerschap. Ik ben in kaart aan het brengen tegen welke problematiek deze samenlevers specifiek aanlopen. Vervolgens ga ik onderzoeken hoe deze problematiek verminderd kan worden door nieuwe wetgeving voor samenlevers aan de hand van rechtsvergelijking en empirisch onderzoek. Hierbij focus ik op de interne verhouding tussen partners.’