De betrokken advocaat stond in 2019 een man bij die bij de rechtbank Gelderland procedeerde tegen zijn kinderen om de nalatenschap van zijn ex-echtgenote. De zaak leidde tot hoger beroep, dat vervolgens volledig de mist in ging doordat de advocaat zich niet van taak kweet.
Na een klacht van de cliënt schorste de Raad van Discipline de advocaat in maart vorig jaar voor de duur van 52 weken. De advocaat ging daartegen in beroep, maar heeft daarmee een tegengesteld effect bereikt, zo blijkt uit de uitspraak van het hof. Dat vindt het oordeel van de raad te mild en legt een zwaardere maatregel op.
Volgens het hof schoot de advocaat in zijn zorgplicht ernstig tekort doordat hij zijn cliënt volstrekt onvoldoende informeerde en begeleidde bij de gang van zaken in het hoger beroep. De communicatie met het gerechtshof verliep gebrekkig, processtukken werden niet tijdig ingediend. Ook de communicatie tussen advocaat en zijn cliënt liet veel te wensen over. Terwijl de advocaat de indruk wekte dat er nog een pleidooi zou volgen, werd de cliënt verrast door het eindarrest van het gerechtshof.
Het hof meent dat de advocaat heeft gehandeld in strijd met de kernwaarden deskundigheid en integriteit. Dat de raadsman in de tuchtprocedure ‘geen blijk heeft gegeven van enig inzicht in de onjuistheid van zijn handelen en van zijn nalaten’ is volgens het hof reden tot extra zorg. Omdat er ook nog eens sprake is van een tuchtrechtelijk verleden voor grotendeels vergelijkbaar klachtwaardig handelen.
Hoewel de advocaat zichzelf eind 2023 heeft laten uitschrijven, heeft hij de tuchtrechter laten weten wel weer aan de slag te willen als advocaat. Ook om die reden is schrapping de enige passende maatregel, aldus het hof.