Mr. X trad op voor een souvenirshophouder, die van witwassen werd verdacht. Op kosten van de werkgever stond mr. X ook vier werknemers bij die de politie in de zaak zou horen. Om die reden kreeg mr. X geen toegang tot de processtukken, zolang niet alle getuigen waren gehoord.

De raad van discipline Amsterdam oordeelde dat je in het geval van zo’n afhankelijkheidsrelatie er niet vanuit mag gaan dat getuigen nee durven zeggen tegen jouw bijstand en zich vrij voelen in hun verklaring. Mr. X had er (a) niet aan moeten beginnen, (b) niet aantoonbaar geverifieerd dat cliënten wisten waar ze aan begonnen en (c) zich in elk geval na de inzageweigering moeten terugtrekken, aldus de raad. De zaak haalde ook deze rubriek.

Mr. X ging in hoger beroep tegen oordelen a en c.

Volgens het Hof leidt een afhankelijkheidsrelatie zoals deze niet per definitie tot (de schijn van) een tegenstrijdig belang. De advocaat moet dan wel extra alert zijn,  onderzoek doen en erop toezien dat iedere getuige te allen tijde zijn verklaringsvrijheid behoudt.

De advocaat moet daarom vooraf met elke cliënt bespreken wat een mogelijk tegenstrijdig belang kan zijn, wanneer dit zich zou kunnen voordoen en wat dan de consequentie is. Hij moet ook grondig nagaan of ze bezwaren hebben. Verder moet hij de cliënt-getuige uitdrukkelijk erop wijzen dat hij onder alle omstandigheden vrij moet zijn in zijn verklaring, ook bij eventueel nadeel voor de verdachte of andere getuigen. En dat moet hij allemaal schriftelijk vastleggen. In complexe of gevoelige zaken kan hij een kantoorgenoot bij de gesprekken vragen.

Als de advocaat vaststelt dat de getuige zijn verklaringsvrijheid behoudt en dat niet leidt tot strijdigheid met het belang van de werkgever-verdachte, mag hij dus beiden bijstaan.

Mr. X had volgens het Hof in dit geval niet in strijd gehandeld met deze regels. En de kans dat inzageweigering zou volgen had mr. X vooraf met de verdachte cliënt besproken, dat was dus ingecalculeerd risico. Na de getuigenverhoren zou hij het dossier wel kunnen inzien.

Het Hof verklaart de dekenklachten a en c alsnog ongegrond.

Iedereen is voor vrije advocaatkeuze. Maar is hier niet het punt dat een advocaatkeuze niet altijd ‘vrij’ is, hoezeer je er ook op doorvraagt? De raad benadrukte dat een advocaat de verantwoordelijkheid heeft potentiële cliënten tegen ongewenste druk of (toch best voor de hand liggende) latere belangenconflicten te beschermen. Er blijkt nu toch iets meer te mogen. Maar nog altijd blijft de vraag: waarom zou je het doen?

Trudeke

Trudeke Sillevis Smitt

Freelance redacteur

Profile page
Advertentie