Struycken reageert daarmee op een rapport van het WODC over de beloning van curatoren bij lege boedels. Een curator wordt betaald uit een faillissementsboedel, maar loopt vaak inkomsten mis omdat er in een kwart van de gevallen niets te halen valt. Daarbij is er geregeld sprake van fraude of wanbeleid door ondernemers. Volgens het WODC-rapport lopen curatoren per faillissement gemiddeld 7.500 euro mis, wat optelt tot 87 miljoen euro per jaar.

Verwijderingsbijdrage
De onderzoekers achten het wenselijk dat curatoren in de toekomst standaard twintig uur per faillissement betaald krijgen, tegen een tarief van circa 280 euro per uur. Naar schatting is daarvoor jaarlijks 2,8 miljoen euro nodig. Daarnaast zou er nog geld moeten worden gereserveerd dat curatoren in staat stelt onderzoek te doen naar onregelmatigheden.
Volgens de onderzoekers kan de rekening worden neergelegd bij de rijksoverheid, het bedrijfsleven of bij de banken. Zo is onder meer geopperd om bedrijven bij hun inschrijving bij de Kamer van Koophandel een zogenoemde ‘verwijderingsbijdrage’ te laten betalen. Deze bijdrage kan dan worden gestort in een fonds, dat de afwikkeling van lege boedels financiert. Ook banken kunnen geld in die pot storten, net zoals de curatoren zelf vanuit gevulde boedels.

Bedreiging
In zijn reactie op het WODC-rapport erkent Struycken de ernst van het probleem. De lege boedelproblematiek vormt een bedreiging voor de houdbaarheid van ons faillissementssysteem en daarmee voor het economisch klimaat in Nederland, schrijft hij de Tweede Kamer. Hij zegt het van belang te vinden dat er een duurzame oplossing komt. De rekening voor die oplossing mag echter niet bij het rijk komen te liggen, benadrukt de staatssecretaris op voorhand. ‘Dekking uit de algemene middelen ligt niet voor de hand en op de begroting van JenV is geen budget beschikbaar.’
Hij gaat in gesprek met onder meer de banken en de vereniging van insolventieadvocaten INSOLAD.

KeesPijnappels_01

Kees Pijnappels

Hoofdredacteur

Profile page
Advertentie