De afpersers probeerden de advocaat te dwingen tot betaling van 170.000 euro, omdat hij de 69-jarige hoofdverdachte, eigenaar van een voormalige beddenfabriek,  zou hebben benadeeld bij de afwikkeling van een faillissement.

Ze belden in 2023 meerdere malen aan bij zijn huis in Utrecht en stuurden op diverse manieren dreigberichten. Zo kreeg de advocaat een rouwkaart in de bus met daarop de tekst: ‘Dit grote verlies is niet in woorden uit te drukken’ en ’tot alles is betaald’. Ook gooiden ze een baksteen door een ruit van zijn huis, met daaraan een brief met de tekst ‘laatste kans op betalen’.

Volgens de rechtbank bekommerde de oud-ondernemer zich in het geheel niet om de gevoelens van het slachtoffer en liet hij zich alleen leiden door zijn eigen financieel gewin. ‘Als advocaat-curator vervult het slachtoffer een belangrijke publieke taak in de rechtsstaat, welke taak hij zonder geweld en bedreiging daarmee moet kunnen vervullen. In het dossier komt op indringende wijze naar voren hoe groot de gevoelens van angst en onveiligheid zijn geweest die verdachte en zijn medeverdachte bij het slachtoffer teweeg hebben gebracht.’

Naast celstraf gebood de rechter tot een contact- en locatieverbod gedurende maximaal vijf jaar. De drie medeplichtigen kregen lagere celstraffen dan wel een taakstraf opgelegd.

Advertentie