Volgens Otte dwingt het tekort aan cellen en personeel in het gevangeniswezen tot een andere aanpak. Niets doen raakt aan het gezag van de rechtsstaat, meent hij. ‘Als er nu niet wordt ingegrepen ontstaat er een wachtlijst van jewelste. Een steeds groter wordende groep mensen die nog jaren na hun veroordeling vrij rondloopt, wachtend op de dag waarop hun straf eindelijk kan worden uitgevoerd. Ook dat is funest voor de rechtsstaat. En bovendien niet uit te leggen aan een verdachte, die uiteindelijk ook verder wil met zijn leven, en aan een slachtoffer, die de verdachte na diens veroordeling mogelijk nog jaren vrij ziet rondlopen.’
Tachtig procent van de strafdossiers draait niet om zeer ernstige feiten, maar om zaken waarin de rechter korte gevangenisstraffen oplegt, aldus Otte. ‘Blijven we in die zaken steevast dagvaarden dan heeft dat tot gevolg dat men bij de rechtspraak minder ruimte zal hebben voor andere, zwaardere zaken. Blijven we in die zaken celstraffen vorderen dan worden de capaciteitsproblemen bij het gevangeniswezen nog groter en lopen de wachttijden nog verder op.’
Zes jaar
Om die reden heeft het College van procureurs-generaal besloten minder te gaan dagvaarden en meer strafbeschikkingen op te leggen. Bij veel voorkomende criminaliteit, zoals diefstallen en eenvoudige mishandeling, wordt dagvaarden de uitzondering. De wettelijke grens voor OM-afdoening blijft liggen bij feiten waarop een strafmaximum staat van zes jaar. Misdrijven boven die grens komen voor de rechter, aldus het Otte.
Hij benadrukt dat het OM erop zal toezien dat het recht op rechtsbijstand niet in het geding komt. Hoewel aangehouden verdachten kosteloze rechtsbijstand krijgen voorafgaand aan uitvaardiging van de strafbeschikking, is dat wettelijk nog niet geregeld. Staatssecretaris Struycken (Rechtsbescherming) wil dat wel vastleggen in zijn wetsvoorstel Versterking rechtsbijstand in het strafproces, dat momenteel voor advies bij de Raad van State ligt. Ook ná ontvangst van een strafbeschikking krijgen verdachten straks wettelijk recht op een kosteloos gesprek met een advocaat.
Onderzoek
Strafbeschikking is al mogelijk sinds 2007, maar blijft desondanks omgeven met vragen en onduidelijkheden. In de Tweede Kamer gaan stemmen op om de procedures rondom de OM-strafbeschikking nader uit te werken in het nieuwe wetboek Strafvordering of in een algemene maatregel van bestuur. Staatssecretaris Struycken voelt daar vooralsnog niet voor. Hij wil eerst WODC-onderzoek naar de ervaringen met OM-afdoeningen afwachten. De resultaten van dat onderzoek laten nog minimaal een jaar op zich wachten.
Reactie Rechtspraak
De Raad voor de rechtspraak kan zich niet vinden in de gang van zaken. Henk Naves, voorzitter van de Raad voor de rechtspraak, vreest dat delicten waarvoor de rechter nu regelmatig een gevangenisstraf oplegt in de toekomst worden afgedaan met een beschikking. Bovendien komt de openbaarheid van de rechtspraak volgens hem in het gedrang. Waar zittingen in beginsel openbaar zijn, is de behandeling van een OM-beschikking besloten. ‘Juist in het strafrecht is dit van het grootste belang, want hier staat een individu tegenover een machtig overheidsapparaat dat hem beschuldigt van strafbare feiten.’ Naves meent dat het OM een dergelijke beleidswijziging alleen kan nemen in overleg met de Rechtspraak, politie en andere ketenpartners en dringt aan op een gesprek.