In het voorwoord van zijn rapport legt Herman van der Meer er nog eens extra de nadruk op. Het onderzoek van het Kenniscentrum maakt duidelijk dat de vergoedingen
voor sociaal advocaten te laag zijn om er een fysiek kantoor op na te houden. Voor de eenpitter volstaat het om het puntentarief te verhogen met € 1,46 (ex btw).
De advocaat die in kantoorverband werkt, is daar echter niet mee geholpen. ‘Door in
kantoorverband te werken maakt deze advocaat meer – naar het oordeel van de commissie noodzakelijke – kosten. Die kantoorkosten veroorzaken dat het inkomen van in kantoorverband samenwerkende advocaten ruim onder het door de regering als redelijk beoordeelde referentie-inkomen ligt.’
Eind vorig jaar liet Van der Meer in een tussenbericht al weten dat door ‘jarenlang achterstallig onderhoud’ het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand onder ‘zorgwekkende druk’ is komen te staan. Naar nu blijkt, doelde hij daarmee op het
groot aantal eenmanspraktijken dat actief is. Door de lage tarieven hebben steeds meer sociaal advocaten het werken in kantoorverband opgegeven en besloten om als éénpersoonspraktijk verder te gaan.
Sterfhuisconstructie
De Commissie-Van der Meer bestempelt die trend als een ‘sterfhuisconstructie’, omdat eenmanspraktijken in de regel niet in praktijkopvolging voorzien. Ervaren mensen dienen advocaat-stagiairs onder hun vleugels te nemen en dat lukt het best in een groepspraktijk. ‘De commissie acht het in verband met de toekomstbestendigheid van het stelsel van belang dat in toenemende mate in kantoorverband wordt gewerkt,
zodat nieuwe advocaten begeleid en opgeleid kunnen worden, waardoor capaciteit, kennis en ervaring behouden blijven.’
Om dat te realiseren, bepleit de Commissie-Van der Meer de invoering van een kantoortoeslag van € 14,82 per punt (ex btw). Die toeslag geldt voor elke advocaat die in een groepspraktijk werkt van tenminste vier advocaten. Met dat geld kan kantoorruimte worden gehuurd en secretariële ondersteuning worden betaald.
Op dit moment telt Nederland 133 kantoren waar vier sociaal advocaten of meer werken, die ieder tenminste 600 toevoegingspunten per jaar krijgen toegekend. Van kantoren met tenminste zes sociaal advocaten zijn er 55. De commissie wijst op de vergrijzing binnen de sociale advocatuur, waardoor ‘zonder flankerend beleid het aantal sociaal advocaten de komende jaren fors zal afnemen’.
Pensioen
Als veel advocaten met pensioen gaan, zonder dat er nieuwelingen instromen, moeten veel rechtzoekenden het in de nabije toekomst zonder adequate rechtshulp stellen, waarschuwt ze. Daarbij is er geen tijd te verliezen, aangezien de beroepsopleiding drie jaar vergt. Momenteel vertrekken er jaarlijks honderd sociaal advocaten meer dan er instromen. Een zeer zorgwekkende ontwikkeling en een ernstige bedreiging voor het grondrecht op rechtsbijstand, schrijft de commissie.
Ze zegt te verwachten dat met de invoering per 1 januari 2026 van de voorgestelde maatregelen het stelsel weer toekomstbestendig is en er daarmee een goede concurrentiepositie op de arbeidsmarkt ontstaat voor het vak van sociaal advocaat.
Niettemin kunnen er dan toch nog in bepaalde regio’s of rechtsgebieden tekorten ontstaan, zoals nu al in Drenthe het geval is. Het is aan de stelselverantwoordelijk staatssecretaris om bijvoorbeeld aan de hand van starterspremies de komst van nieuwe kantoren te stimuleren. Een andere optie is verhoging van de opleidingsvergoeding. Immers, het grondrecht op goede rechtsbijstand voor iedereen mag niet verloren gaan, aldus de commissie.