Ruperti heeft volgens de raad onbetamelijk gehandeld en het vertrouwen in de advocatuur geschaad door ‘in een complexe en mediagevoelige strafzaak die hij niet goed kende in te gaan op een verzoek van de verdachte, zonder overleg te voeren met de advocaat van die verdachte en zonder zich rekenschap te geven van de mogelijke gevolgen van zijn interventie.’
Tijdens de laatste dag van de strafzaak tegen Ali B. ontstond ophef omdat Ruth Jager, de advocaat van slachtoffer Ellen ten Damme, bekendmaakte dat zij was benaderd door Ruperti. Dat gebeurde op verzoek van Ali B, die werd bijgestaan door Bart Swiers. Ze vertelde dat haar cliënt onder druk zou zijn gezet om haar verklaring in te trekken. Een dag later nuanceerden Jager en Ruperti dit enigszins in een gezamenlijke verklaring.
Dekenbezwaar
Het bezwaar was ingesteld door de deken van Gelderland, Wouter Timmermans. Hij stelde in juni 2024 een onderzoek in naar Ruperti vanwege zijn bemoeienis met de zaak. De raad weegt in zijn beslissing mee dat Ruperti zijn excuses heeft gemaakt aan Swiers en Jager.
Het standpunt van de deken dat Ruperti met zijn bemiddelingspoging ongeoorloofde druk heeft uitgeoefend op het slachtoffer acht de raad ongegrond.
Lees hier de volledige uitspraak.