De wetgever heeft de eerdere oproep van de Afdeling bestuursrechtspraak niet opgepakt om realistischere beslistermijnen in de wet op te nemen. Daarom ziet de afdeling zich genoodzaakt om zelf een nieuwe beslistermijn voor de bezwaarfase vast te stellen. De afdeling wil met de beslissing bereiken dat de hersteloperatie toeslagen niet nog verder vastloopt. Ook kan de Dienst Toeslagen zich dan weer zoveel mogelijk bezighouden met inhoudelijke besluitvorming en vermindert de belasting voor de rechtbanken.
De hersteloperatie is onder meer vastgelopen door de onrealistisch korte beslistermijn die de wetgever heeft bepaald voor het beslissen op bezwaarschriften. Ook het aanspannen van rechtszaken om met een rechterlijke dwangsom de dienst sneller te laten beslissen, helpt niet meer, aldus de afdeling in de uitspraak.
Nieuwe beslistermijn
In rechtszaken waarin ouders in het gelijk worden gesteld over het uitblijven van een beslissing op hun bezwaarschrift wordt de nadere beslistermijn zo vastgesteld dat er in alle gevallen een totale nadere beslistermijn van zestig weken geldt. Die termijn gaat lopen na afloop van de wettelijke beslistermijn. Zijn na de wettelijke beslistermijn bijvoorbeeld twintig weken verstreken, dan krijgt de Dienst Toeslagen nog veertig weken de tijd om een beslissing op bezwaar te nemen. Heeft de dienst na afloop van die zestig weken nog steeds geen beslissing genomen, dan moet hij de ouders een dwangsom betalen van honderd euro voor elke dag dat die termijn verder wordt overschreden, met een maximum van vijftienduizend euro.
Als de Afdeling bestuursrechtspraak in een rechtszaak over het uitblijven van een beslissing op bezwaar constateert dat de nadere beslistermijn van zestig weken al voorbij is, dan wordt de Dienst Toeslagen opgedragen om alsnog binnen twee weken een beslissing te nemen. Die wettelijke termijn gaat lopen vanaf de dag dat de uitspraak wordt verzonden. Wordt deze termijn van twee weken overschreden, dan moet de Dienst Toeslagen de ouders een dwangsom betalen van 250 euro voor elke dag dat hij de termijn overschrijdt, met een maximum van 37.500 euro.
Dwangsom
De nieuwe termijn is lang en de Afdeling bestuursrechtspraak zegt zich ervan bewust te zijn dat dit bij gedupeerde ouders kan overkomen als beloning van een niet goed functionerende Dienst Toeslagen. Toch is het naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak zinloos om de dienst een termijn te stellen die hij overduidelijk niet kan halen, waardoor er telkens opnieuw dwangsommen moeten worden betaald.
‘Het instellen van beroep bij de bestuursrechter tegen het uitblijven van besluiten op bezwaar moet daadwerkelijk leiden tot snellere besluitvorming en dat gebeurt nu niet. De dwangsom die de bestuursrechter daarbij kan opleggen, is bedoeld als financiële prikkel om op tijd te beslissen en is geen sanctie voor de Dienst Toeslagen of een tegemoetkoming aan de ouders voor het lange wachten.’