In december ging het college van afgevaardigden al akkoord met een nieuw systeem dat uitgaat van vijf inkomenscategorieën. Dit stelsel moet sociaal advocaten ontzien ten opzichte van veelverdieners.
De financiële bijdrage voor 2025 bedraagt voor advocaten in de eerste inkomenscategorie 291 euro, categorie twee 291 euro, categorie drie 581 euro, categorie vier 1.162 euro en categorie vijf 1.744 euro. In totaliteit dient de advocatuur ruim achttien miljoen euro op te brengen, om de begroting van de NOvA en het landelijk dekenberaad (inclusief toezicht en tuchtrecht) te dekken.
Op 3 maart telde Nederland 4.095 advocaten in de eerste categorie (voorwaardelijke inschrijving), 1.180 advocaten in categorie twee (tot 40.000 euro), 5.206 advocaten in de derde categorie (tussen 40.000 en 80.000 euro), 3.781 in categorie vier (tussen 80.000 en 120.000 euro) en 5.323 advocaten in de vijfde categorie (meer dan 120.000 euro).
Draagkrachtbeginsel
De verschillende categorieën betalen hetzelfde basisbedrag in een verhouding van 1, 2, 4 en 6. Daarin komt het draagkrachtbeginsel tot uitdrukking. Advocaten in de eerste drie categorieën gaan minder betalen ten opzichte van het oude systeem met twee inkomenscategorieën. Advocaten in de vierde en vijfde categorie krijgen een hogere rekening gepresenteerd.