
Duterte werd op 11 maart opgepakt op de luchthaven van Manilla en overgevlogen naar de United Nations Detention Unit, een speciale vleugel van de gevangenis van Scheveningen. Hij wordt verdacht van misdaden tegen de menselijkheid tijdens zijn ‘oorlog tegen drugs’ tussen 2011 en 2019. Tijdens de eerste voorgeleiding op 14 maart betoogden zowel voor- als tegenstanders bij het strafhof.
Andres zei te hopen dat het proces tegen Duterte soepel en efficiënt zal verlopen, maar de kans daarop lijkt klein. Volgens Dutertes advocaat Salvador Medialdea worstelt zijn cliënt met zijn gezondheid en is hij slachtoffer van een politieke afrekening. ‘Voor advocaten is het buitengerechtelijke uitlevering. Voor minder juridische geesten is het pure en simpele ontvoering.’
De Filipijnen waren sinds 2011 lid van het ICC, maar hielden het in 2019 voor gezien. Desondanks hield het ICC rechtsmacht met betrekking tot vermeende misdaden die plaatsvonden terwijl het land lid was.
Duterte trad als burgemeester van Davao City en president van de Filipijnen hard op tegen de handel in drugs. Volgens politiegegevens kwamen bij antidrugsoperaties ruim zesduizend mensen om het leven. Mensenrechtenorganisaties schatten het dodental op dertigduizend.
Al tijdens zijn verkiezingscampagne in 2016 beloofde Duterte een bloedbad onder drugshandelaren en gebruikers. ‘Vergeet die wetten over mensenrechten. Al die dealers, rovers en luilakken moeten aan de bak, want ik ga jullie doden.’
Het strafhof richt zich op 43 incidenten om de bewijsvoering te vergemakkelijken. Het gaat om negentien moorden tussen 2011 en 2016, toen Duterte burgemeester was van Davao City, en 24 moorden tussen 2016 en 2019, tijdens zijn presidentschap.
De volgende hoorzitting staat gepland in september.