De Rechtspraak publiceerde donderdag een document waarin de raad beschrijft hoe hij tegen AI aankijkt. De aanname is dat AI effect heeft op hoe de Rechtspraak werkt, het rechtspreken en het toezichthouden. AI kan ook oplossingen bieden voor de grote vraagstukken waarvoor de Rechtspraak staat, zoals het structurele tekort aan rechters, toegang tot het recht en (te) lange doorlooptijden, aldus de raad.

Zo liggen er volgens de raad op korte termijn kansen voor het verbeteren van arbeidsintensieve administratieve en logistieke processen zoals roosteren en plannen, pseudonimiseren van uitspraken en het verbeteren van besturing van processen via voorspelmodellen voor instroom en routering.

Daarnaast verwacht de raad arbeidsintensieve processen te kunnen verbeteren met behulp van AI zoals termijncheck en het vinden van de juiste jurisprudentie. ‘En we zien een grote rol van AI bij de ondersteuning van het analyseren, structureren en samenvatten van grote, complexe dossiers en bijvoorbeeld het opstellen van concept-uitspraken.’

De Rechtspraak benadrukt dat het gebruik van AI uitsluitend plaatsvindt binnen de kaders van de rechtsstaat, ‘waarbij menselijke controle, transparantie en ethische waarborgen centraal staan’. Om die reden wordt AI in eerste instantie alleen ingezet bij zogenaamde laagrisicoprocessen. ‘Dit gebeurt op verantwoorde wijze en in lijn met de kernwaarden van de rechtspraak. Door een ‘learning-by-doing’-benadering wordt kennis en kunde opgebouwd, zowel technisch als juridisch en organisatorisch.’

Om de onafhankelijkheid en betrouwbaarheid van de rechterlijke macht te waarborgen blijft de inzet van AI in hoogrisicoprocessen vooralsnog uitgesloten, aldus de Rechtspraak.

Om het verschil tussen laag en hoog risico te kunnen duiden, grijpt de Rechtspraak terug op de Europese AI-verordening. Deze verordening maakt onderscheid tussen laag- en hoogrisicotoepassingen en stelt verplichtingen bij het gebruik van AI, afhankelijk van het risicoprofiel.

Advertentie