Schol werd eind 2019 neergeschoten in zijn woonplaats Gronau in Duitsland. In het voorjaar van dat jaar ontvingen de autoriteiten informatie waaruit bleek dat de advocaat ‘acuut gevaar’ liep. Dat had te maken met de zaak rond een faillissement van een sportschool in het Twentse Losser, waarbij Schol als curator betrokken was. Er werd een dreigingsinschatting gemaakt, waarna besloten werd dat de advocaat geen beveiliging kreeg.
Schol meent dat de aanslag voorkomen had kunnen worden als de politie en het Openbaar Ministerie (OM) adequater hadden opgetreden. Als gevolg van de aanslag is hij voor tweederde arbeidsongeschikt. Daarom eiste hij een schadevergoeding van 2,5 miljoen euro van de Staat.
Passende maatregelen
De rechtbank wees zijn vorderingen af. Duidelijk is echter wel dat de inschatting van het OM en de politie achteraf gezien niet klopte. Stel dat het risico destijds inderdaad te laag is ingeschat en de Staat zwaardere maatregelen had moeten nemen, overwoog de rechtbank, dan bestaat nog geen causaal verband tussen dat tekortschieten en de door Schol geleden schade.
Het is bovendien de vraag of die zwaardere maatregelen in november 2019 nog van kracht zouden zijn geweest. De rechtbank oordeelt van niet, ‘omdat niet is komen vast te staan dat er tussen mei en november 2019 nog signalen zijn geweest dat de curator ernstig gevaar liep’. De Staat heeft destijds passende beschermingsmaatregelen genomen. Er is dus geen sprake van onrechtmatig handelen, concludeert de rechtbank.
De twee daders van de aanslag werden vorig jaar in hoger beroep veroordeeld tot celstraffen van ruim 17 en 15 jaar.
Lees de hele uitspraak van de rechtbank Den Haag hier.