Tot de maatregel is besloten door het LOVCK (Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel en Kanton van de rechtbanken). Net zoals de gerechtshoven hebben ook de rechtbanken in de afgelopen jaren de omvang van processtukken zien uitdijen. Dagvaardingen en conclusies van tweehonderd of zelfs (meer dan) driehonderd pagina’s zijn geen uitzondering meer, stellen rechters Karian Heenk en Maurits Kalff.

De beide magistraten maken deel uit van de landelijke expertgroep burgerlijk procesrecht, die de maatregel heeft voorbereid. Volgens Heenk en Kalff vergen uitgebreide processtukken onnodig en onevenredig veel tijd om te lezen en te begrijpen. Soms vraagt een zaak om veel pagina’s, onderkennen ze. ‘Maar het komt veel vaker voor dat processtukken onnodig lang zijn, hetzelfde feitenrelaas in verschillende toonzettingen herhaald wordt, uitgebreid wordt geciteerd uit rechtspraak waar een enkele verwijzing naar de dragende overweging volstaat en meerdere pagina’s worden gebruikt om details en formaliteiten te bespreken die niet de kern van het geschil betreffen.’

Procesreglementen
Om de ‘onnodige groei van de omvang van processtukken in eerste aanleg te beperken en excessen te voorkomen’, worden per 1 juli drie landelijke procesreglementen aangepast. Het betreft civiele dagvaardingszaken bij de rechtbanken handel en kanton, verzoekschriftprocedures rechtbanken: kanton, handel en voorzieningenrechter en kort gedingen rechtbanken.

De nieuwe regeling draagt bij aan het efficiënter en doelmatiger functioneren van de civiele rechtspraak, menen Kalff en Heenk. ‘Dit zou naast een verantwoordelijkheid van rechters ook een verantwoordelijkheid van advocaten moeten zijn.’

Onnodig lang
Volgens de rechtbanken heeft de limitering zoals die sinds 2021 geldt bij de gerechtshoven haar vruchten afgeworpen. Zowel leesbaarheid als structuur van de processtukken is verbeterd. Niettemin kiezen de rechtbanken voor een iets andere regeling dan de hoven. Bij de hoven geldt een maximum aantal pagina’s vooraf en kan een advocaat toestemming vragen een langer processtuk te mogen indienen. Bij de rechtbanken geldt geen maximum aantal pagina’s. De regeling bepaalt dat ‘de omvang van een processtuk steeds in overeenstemming is met de aard, de complexiteit en het belang van de zaak’. Voor deze formulering is gekozen omdat de eerstelijns rechtspraak een grote variëteit aan geschillen kent, waarbij een grote variëteit aan processtukken past, aldus Kalff en Heenk.

Als de omvang volgens de rechter niet proportioneel is, kan die het bevel geven het processtuk te vervangen door een stuk met een maximum aantal pagina’s. Daarnaast geldt dat een processtuk van meer dan tien pagina’s een samenvatting en tussenkopjes bevat en in een processtuk van meer dan 25 pagina’s kort wordt toegelicht waarom die omvang nodig is.

NOvA
De NOvA is het niet eens met de nieuwe procesreglementen. De beroepsorganisatie betwijfelt of de rechtbanken voldoende hebben nagedacht over doel, nut en noodzaak van de voorgestelde beperking.
De adviescommissie burgerlijk procesrecht van de NOvA stelt dat ‘voorkomen moeten worden dat net als in hoger beroep weer een regeling wordt ingevoerd zonder dat een deugdelijke analyse is gemaakt van het probleem’.
De adviescommissie heeft ook praktische bezwaren. De maatstaf ‘onnodig lang’ is te vaag en werkt rechtsonzekerheid en ongelijkheid in de hand. De praktijk heeft juist behoefte aan objectieve en duidelijke richtlijnen, meent de commissie. Ze wijst er verder op dat rechters extra tijd kwijt zijn aan de beoordeling van de omvang van processtukken. Dat gegeven staat haaks op het streven naar meer efficiëntie, aldus de adviescommissie.

Kees Pijnappels, Advocatenblad

Kees Pijnappels

Hoofdredacteur

Profile page
Advertentie