De advocatuur kent vier raden van discipline en één hof van discipline. De griffies zijn ondergebracht binnen de Stichting Ondersteuning Tuchtcolleges Advocatuur (SOTA). De kosten van de SOTA, vorig jaar drie miljoen euro, zijn voor rekening van de NOvA. Met dat geld worden werkplekken en personeel betaald.

De NOvA ligt al jaren in de clinch met de fiscus. De orde vindt dat de SOTA geen omzetbelasting zou hoeven te betalen over de jaarlijkse subsidie. De SOTA verleent immers geen belastingplichtige diensten aan een zakelijke afnemer, maar handelt in het algemeen belang, meent de NOvA. Zowel in eerste aanleg als in hoger beroep werd de orde echter in het ongelijk gesteld. De zaak ligt nu bij de Hoge Raad.

Volgens Ettema heeft het hof terecht geoordeeld dat de SOTA diensten verleent die worden afgenomen door de tuchtcolleges. Dat de stichting met haar werkzaamheden tevens een algemeen belang dient, doet hieraan niet af, stelt de A-G. Ook het oordeel van het hof dat er een rechtstreeks verband bestaat tussen de diensten van de SOTA en de subsidie van de NOvA, is volgens haar juist. De subsidie vormt de tegenprestatie voor de diensten aan de tuchtcolleges en wordt terecht in de heffing van btw betrokken.

Advertentie