Mr. X begon als advocaat-ondernemer, maar trad nog tijdens haar stage in dienst bij een bestaand kantoor.

In een conflict tussen bungalow-eigenaren en de vof die het bungalowpark had ontwikkeld, was mr. X op verzoek van de vof aanwezig. De eigenaren hadden van tevoren gezegd dat ze niet wilden dat er advocaten bij waren, maar, de vof had hun verteld dat mr. X slechts een juridisch onderlegde vriendin/adviseur was.

Mr. X meldde zich daarna schriftelijk bij de eigenaren als advocaat van de vof. Er was veel onduidelijkheid over tot wie de wederpartij zich over welk onderwerp moest richten. Op een gegeven moment veranderde mr. X het e-mailadres waarop de huiseigenaren haar konden bereiken. Dat was eerst het mailadres bij haar nieuwe werkgever, maar vervolgens haar oude eenpitters-adres. Voor berichten aan het verkeerde adres zou ze daaraan bestede tijd in rekening brengen, schreef ze.

De vertegenwoordiger van de ontevreden eigenaren stelde de werkgever van mr. X op de hoogte. Die had mr. X al herhaaldelijk verboden zich nog langer met haar eenpittersadres te presenteren en ontsloeg haar op staande voet.

Mr. X schreef zichzelf uit als advocaat en werd bovendien geschrapt door de Algemene Raad (artikel 8c sub c Advocatenwet, geen tijdige stageverklaring/beroepsopleiding).

De vertegenwoordiger van de eigenaren diende een klacht in die volgens de raad van discipline op diverse punten hout snijdt: mr. X had niet duidelijk gemaakt dat ze als advocaat bij de vergadering zat, verwarring gezaaid over mailadressen en mandaat, en ten onrechte de wederpartij gedreigd met kosten bij onjuiste adressering. Een verwijt dat mr. X klager had gedreigd met schadevergoedingsprocedures treft geen doel omdat mr. X toen al geen advocaat meer was.

Alles bij elkaar niet voldoende voor een zware maatregel, zegt de raad van discipline, en toch krijgt ze die wel. Haar handelen in de tuchtprocedure weegt mee voor de ‘strafmaat’, omdat dit gedrag plaatsvond in het kader van een tuchtrechtelijke procedure over de tijd dat ze nog wel advocaat was. Zo verwijt de raad haar liegen tegen deken en raad en onvermogen om haar eigen belangen en die van haar cliënten te onderscheiden.

‘Stuitend’ vindt de raad dat mr. X klager aansprakelijk stelde voor de gevolgen van het indienen van de klacht, ongemotiveerd dreigde met aangifte en zelfs dreigde de politie in te schakelen als klager haar geen kopie van zijn legitimatie gaf. En dat terwijl het tuchtrecht laagdrempelig moet zijn (zie ook ECLI:NL:TADRSHE:2025:53).

Mr. X is volgens de raad niet geschikt voor de advocatuur, ze begrijpt de kernwaarden niet, belemmert en ondermijnt het tuchtrecht en wordt (nogmaals) geschrapt.

Trudeke

Trudeke Sillevis Smitt

Freelance redacteur

Profile page
Advertentie