door Robert Sanders, Tjitske Cieremans & Maurice Mooibroek
VERHOUDING MET DE CLIËNT
De tuchtrechter laat zich naar aanleiding over een klacht tegen de eigen advocaat ook uit over de kwaliteit van de dienstverlening. In HvD 21 april 2023 (ECLI:NL:TAHVD:2023:85) gaf het Hof van Discipline een uiteenzetting over de verhouding tussen tuchtrecht en civiel recht: tuchtrecht en civiel recht zijn verschillende rechtsgebieden, waarbij de tuchtrechter in de regel geen oordeel geeft over een civielrechtelijk geschil. Daarmee sloot het hof aan bij vaste jurisprudentie van de Hoge Raad. De tuchtrechter concentreert zich in het advocatentuchtrecht primair op het handelen van de advocaat in zijn beroepsuitoefening met het oog op het belang van een gezonde advocatuur in het Nederlandse rechtsbestel, terwijl de civiele rechter zich concentreert op de juridische (verbintenisrechtelijke of goederenrechtelijke) twistpunten. Dat neemt niet weg dat er overlap binnen sommige tucht- en civielrechtelijke leerstukken kan bestaan, bijvoorbeeld ter zake van de vraag of een beroepsbeoefenaar heeft gehandeld als een redelijk handelend en redelijk bekwaam beroepsbeoefenaar. Als die overlap zodanig is dat dezelfde feiten en omstandigheden worden voorgelegd en daarop hetzelfde toetsingskader wordt toegepast, zal de tuchtrechter niet licht tot een ander oordeel kunnen komen dan de civiele rechter. Als de tuchtrechter in die situatie desondanks anders oordeelt dan de civiele rechter (en vice versa), zal dat zodanig gemotiveerd moeten worden dat dit voldoende begrijpelijk is, ook in het licht van de door de andere rechter gegeven beoordeling.